Wie is Donald Feegen? .. Het was 1982 en ik was 17 jaar. Net als veel van mijn leeftijdgenoten in die tijd was onze bron van nieuwe muziek de Top 40, Toppop en je vrienden. En als je mazzel had de platenkast van je ouders.
In mijn geval moest ik het daar niet van hebben, alhoewel ik ze wel dankbaar ben voor de twee enige popplaten die tussen de klassieke muziek-LP’s stonden – Bridge Over Troubled Water en There Goes Rhymin’ Simon. Als je muzieksmaak deels gevormd wordt door Paul Simon, dan krijg je een mooie basis mee.
Door mijn vrienden en klasgenoten kwamen de eerste jaren van het Niftarlake College bands als Dire Straits en Supertramp in mijn leven en verder nam ik vele cassettebandjes op van de uitzendingen van de Top 40 en de Veronica Top 1000 Aller Tijden. Ik werd een alleseter, vond stiekem disco leuk maar leende ook de eerste plaat van The Police van klasgenoot Rob Verhoef.
En toen, in dat jaar 1982, hoorde ik op de radio een nummer dat intrigerend anders was dan alles wat ik tot dan toe kende:
’What a Beautiful world this will be, what a glorious time to be free’.
Het was swingend, zat ingenieus in elkaar en het nestelde zich meteen in mijn hoofd. Het werd door Frits Spits afgekondigd als Aidjiewaai van ene Donald Feegen. Internet was er nog lang niet, dus snel nazoeken of ik het goed had verstaan was niet mogelijk. Gelukkig noemde Frits ook de titel van de LP waar dit nummer op stond – The Nightfly.
Dankzij mijn moeder die vrijwilliger was in de plaatselijke bibliotheek had ik al heel wat LP’s gratis mogen lenen. Platen aanvragen mocht ook en als je geluk had werden ze door de bieb aangeschaft. Meteen de dag erna lag mijn verzoek op het bureau van de muziekinkoper van de Breukelense bibliotheek: The Nightfly van Donald Feegen.
Twee weken later kwam de plaat binnen bij de bieb en kon ik de fonkelnieuwe LP (van Donald FAGEN) op onze pick-up leggen. Het was alsof je al jaren in een huis woont en je opeens een raam ontdekt met een prachtig nieuw vergezicht. De drie weken dat ik The Nightfly mocht lenen kwam hij niet meer van de pick-up af. En met elke luisterbeurt werd hij rijker en mooier.
In de landelijke Top 40 was I.G.Y (zo bleek het nummer te heten) na drie weken alweer verdwenen, maar in de mijne stond hij maandenlang rotsvast op nummer 1.
The Nightfly opende voor mij de deur naar een stuk muziekgeschiedenis dat ik nog helemaal niet kende – de jazz, fusion en ook wereldmuziek. En het was de logische link naar de band waar Donald Fagen deel van bleek uit te maken: Steely Dan. Het werd het begin van een prachtige, muzikale ontdekkingsreis.
Het is eigenlijk onmogelijk om even in het kort de carrière en werk van Steely Dan samen te vatten. Desondanks hieronder toch maar een vergeefse poging.
Steely Dan – een ‘korte’ bio
Steely Dan is een gedistingeerd rockduo, dat in de jaren zeventig popmuziek binnen handbereik van de jazz brengt met geniale composities, vlijmscherpe teksten en subliem productiewerk. Steely Dan wordt opgericht door Donald Fagen en Walter Becker.
Ze studeren beide aan de Bard universiteit en komen erachter dat ze een gedeelde liefde voor jazz, pop, blues, en R&B hebben. Ze beginnen samen nummers te schrijven en voeren deze uit met verschillende bands. In 1969 besluiten ze hun nummers professioneel aan de man te gaan brengen.
De uit New York afkomstige Donald Fagen en Walter Becker spelen in de jaren zestig twee jaar in de groep Jay & The Americans.. Als producer Gary Katz de twee een songschrijfcontract bij ABC/Dunhill bezorgt, resulteert dat wel in een aantal nummers voor derden, maar Katz ziet er meer perspectief in om Donald en Walter hun eigen songs te laten uitvoeren met een speciaal daartoe geformeerde groep.
De naam wordt Steely Dan, naar de roemruchte, gigantische dildo uit William Burroughs’ boek The Naked Lunch.
Can’t Buy a Thrill
De eerste release is de in de loop der jaren bijzonder zeldzaam geworden single Dallas/Sail The Waterway. Met drummer Jim Hodder, gitarist Denny Dias, zanger Dave Palmer en dikwijls (steel)gitarist Jeff (bijgenaamd ‘Skunk’) Baxter neemt men “Can’t Buy a Thrill” (1972) op, waarvan het nummer ‘Do It Again’ uitgroeit tot een wereldhit.
Velen denken met een eendagsvlieg van doen te hebben, maar de ongebruikelijke muzikale invloeden, de knappe composities en het gemak waarmee wordt gemusiceerd duiden op het tegendeel.
Countdown to Ecstacy
Het met enkele langere, experimentele songs gevulde “Countdown to Ecstacy” (1973) is commercieel niet zo’n succes maar in artistiek opzicht intrigerend; toch kunnen weinigen nog bevroeden dat de ‘Dan’ tot een van de belangrijkste bands van de jaren zeventig zal worden gerekend.
De ‘intellectuelen’ Becker en Fagen slagen er in toenemende mate in gemakkelijk in het gehoor liggende muziek te produceren die ingewikkeld in elkaar zit. Jazzy ondertonen, Latijns-Amerikaanse invloeden en de scherpe teksten zijn de belangrijkste ingrediënten van een nieuw, volstrekt eigen geluid.
De productietechnieken van het duo en Katz, het resultaat van talloze uren experimenteren, behoren tot de meest geavanceerde van de jaren zeventig. Omdat het niet lukt die perfectie op het podium te evenaren, stopt de groep in 1974 met optreden. Zanger Palmer vertrekt.
Pretzel Logic
”Pretzel Logic” (1974) is de eerste plaat waarop het gedistingeerde geluid van Steely Dan volledig tot haar recht komt. Na deze plaat stapt Baxter, aanvankelijk een inhuurkracht maar al snel een vast lid, over naar The Doobie Brothers. Ook Hodder ruimt dan het veld.
Katy Lied
Op “Katy Lied” (1975) wordt de werkwijze van het duo Becker en Fagen, dat vanuit Los Angeles opereert, pas goed duidelijk. Alle songs komen uit hun koker en zij bepalen hoe het nummer zal gaan klinken en wie ze daarvoor nodig hebben.
Ze kunnen putten uit een groot arsenaal muzikaal goed onderlegde sessiemuzikanten, waarbij ze uitgaan van een kern die bestaat uit gitaristen als Elliot Randall en Dias, slagwerkers als Jeff Porcaro en vele andere muzikanten, onder wie Victor Feldman en Michael McDonald (later naar Doobie Brothers en als solist zeer succesvol). De geheimzinnigheid rond Steely Dan wordt in stand gehouden doordat het duo slechts sporadisch interviews doet.
The Royal Scam
“The Royal Scam” (1976) wordt door velen gezien als een voorlopig hoogtepunt; het is een uiterst evenwichtig album dat ook na tientallen malen draaien geheimen blijft prijsgeven.
Aja
Op het veelgeprezen “Aja” (1977) kiest de groep wederom voor wat langer uitgesponnen nummers met prominente jazz-invloeden. De grote toegankelijkheid bewijst hoe het gezelschap sinds “Countdown to Ecstasy” is gegroeid.
Gaucho
In 1978 verlegt het duo zijn activiteiten van de west- naar de oostkust, waar Fagen betrokken raakt bij de productie van het vreemdsoortige groepje Rootboy Slim & The Sex Change. Hoe arrogant de werkwijze van Becker en Fagen is, ervaart ook Dire Straits-gitarist Mark Knopfler. Van de vele uren gitaarsolo’s die men hem op band laat zetten, wordt uiteindelijk zeven seconden op “Gaucho” ingemixed. Het luxueus klinkende “Gaucho” (1980) betekent het einde van een tijdperk.
The Nightfly
Na in Amerika vijf gouden en twee platina albums te hebben gehaald, hebben Becker en Fagen genoeg van elkaars gezelschap. Donald Fagen levert een bijdrage aan de soundtrack van de animatiefilm Heavy Metal, maar verrassender is het relatief snelle verschijnen van zijn prachtige solo-plaat “The Nightfly” (1982), die dezelfde hoge kwaliteit heeft als het groepswerk.
Het album is gebaseerd op herinneringen aan zijn jeugd in de jaren vijftig, vooral aan de nachten die de jonge Donald doorbracht met het luisteren naar jazz-stations: voor de hoes van “The Nightfly” laat Fagan zich dan ook fotograferen als DJ.
Hij legde de motivatie achter het album uit in een interview met The New York Times uit 1982: “Ik heb eigenlijk geprobeerd deze nieuwe nummers te schrijven met zo min mogelijk ironie. Ik denk dat Walters teksten de neiging hebben om iets meer pit te hebben dan de mijne, om meer los te zijn. Ik wilde dat dit album iets helderder en iets luchtiger zou zijn dan een Steely Dan-plaat; ik wilde dat het leuker zou zijn om naar te luisteren…”
Walter Becker legt zich ondertussen toe op het produceren van China Crisis, Fra Lippo Lippi en Rickie Lee Jones en later (in de jaren negentig) op acts die verbonden zijn aan de labels Windham Hill Jazz en Triloka.
Live tour
In 1993 verrast Steely Dan de wereld met een nieuwe live tour. In 2016 toeren Becker en Fagan voor het laatst samen.
In 2017 overlijdt Walter Becker op de veel te jonge leeftijd van 67 jaar.